Terug naar het jaar 2552 - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Eveline Wanrooij - WaarBenJij.nu Terug naar het jaar 2552 - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Eveline Wanrooij - WaarBenJij.nu

Terug naar het jaar 2552

Door: EvW

Blijf op de hoogte en volg Eveline

03 Maart 2010 | Thailand, Bangkok

Een tijdje terug zei Rachid tegen mij: "Als je met mij omgaat, overkomt je niks". Dat is heel wat gezegd. Of hij gelijk had, ik zou zeggen lees het hele stuk uit (succes). De avond voordat wij naar Thailand zouden gaan, was het Sinterklaas. Deze Sinterklaas stond echter in het teken van heel wat anders…

Afgelopen Sinterklaasavond ging ik bij mijn vader langs. Het klinkt als een normale zin die een gemiddelde Nederlandse vrouw zou kunnen zeggen. In dit geval is het heel anders. Zoals de dokters zeggen zal hij niet al te lang meer te leven hebben. Zoals hij zelf zegt zal hij geen 65-plusser worden. Zoals mijn zusje en ik zeggen, hebben we binnenkort alleen nog maar een moeder. De reden: slokdarmkanker met uitzaaiingen. Afgelopen Sinterklaas zegde ik al mijn afspraken af om met mijn vader te zijn. Ook al hebben we geen mooie filmische vader- vaderskindje verhouding, het is mijn vader. Voor me stond een hele sterke man met gek donshaar. Alle chemotherapie is achter de rug en gebleken is dat het niet beter wordt. De conclusie is getrokken. Nu gaan we er een mooie laatste paar maanden van maken en als het lot meezit, een paar jaren. Want wonderen zijn de wereld nog niet uit. Uiteraard overlegde ik eerst of hij het goed vond dat ik naar Thailand ging. Gelukkig was dat zo. Ik sloot wel een flinke annuleringsverzekering af, zodat ik meteen terug zou kunnen als er wat zou gebeuren.

De volgende dag was het zover, iets waar ik al vijf jaar naar uitkeek: terug naar Thailand. Saillant detail is dat ik de vorige keer met één iemand gesprekken voerde om eventueel samen te gaan helpen: Rachid. Uiteindelijk bleef Rachid thuis en ben ik alleen gegaan. Nu, vijf jaar later gaan we alsnog. China Airlines bracht ons op de plek van bestemming. In Bangkok aangekomen namen we meteen een taxi naar het hotel. Een super-de-luxe hotel met een kamer op de 19e verdieping, internet op de televisie en een ontbijt waar meerdere foto’s voor nodig waren om het vast te leggen. Bij binnenkomst werd er meteen een brief voor me neergelegd: “Miss Vanwahhh ehm.., well, you have a message”. Altijd leuk. Het waren Maartje en Astrid, twee oud-studiegenootjes, die niet geheel toevallig in hetzelfde hotel zaten. Zij waren een dag eerder naar Thailand gegaan en zouden twee weken blijven. 5 december mag bij ons dan in het teken staan van een belangrijke man, in Thailand gaat dat nog een stapje verder. De Koning werd 82 en dat werd gevierd. De eerste indruk van Bangkok was dan ook vrij roze. Sinds de koning ooit een roze pak droeg, draagt Thailand graag roze. Zijn verjaardag zou nationaal slechts drie dagen gevierd worden. Het werden er uiteindelijk dertien. De eerste avond in Bangkok wilden we een tuk tuk nemen naar Khao San Road, de vrij foute beginplek van de meeste backpackers. De tuk tuk chauffeurs gaven aan dat het druk zou zijn op de wegen. De straten van Bangkok waren drukker dan we ooit hadden kunnen verwachten; overal roze optochten, geluksballonnen en het mooiste vuurwerk wat ik ooit gezien had. De tuk tuk stond compleet vast; de stad stond op zijn kop. Vrienden maakten we daar ter plekke door aanwezigen in het Thais met hun koning te feliciteren. De eerste avond was meteen de wildste. We doken tot diep in de nacht het nachtleven van Khao San Road in. Het was daar dat we de geneugten van margarita’s ontdekten. Zo Thais. We gaven een Duitser met een verveeld hoertje aan zijn zijde liefdesadviezen, hoorden de meest valse zangers aan die alleen maar “I Love You” konden zeggen en scholden twee luid applaudisserende Italianen in het Italiaans uit voor de meest verschrikkelijke dingen met een “your Italian is perfect!” tot gevolg.

De volgende ochtend liepen we onwetend richting het ontbijt. Nimmer werd ik geconfronteerd met een massaler ontbijt dan deze. Er was Thais, Chinees, Japans en Europees ontbijt aanwezig. Nu heb ik van mijn leven al wat interessante ontbijtbuffetten meegemaakt, maar dit sloeg alles. Ik wilde er een foto van maken, maar had er uiteindelijk acht voor nodig om alles vast te leggen. We besloten er een extra nachtje te blijven. De tweede dag Thailand hingen we verward rond bij het zwembad (ver boven Bangkok), bezochten we de liggende Buddha, zaten we wederom hopeloos vast in het verkeer en maakte Rachid kennis met Thaise pepers. Het eerste Thais wat hij leerde was dan ook ‘Mai Pet’ oftewel 'niet te pittig graag, ik ben een stomme toerist'. Het zou een spannende dag worden, want om zes uur Thaise tijd moest ik het ziekenhuis in Nederland bellen. Net zoals de vorige keer dat ik naar Thailand ging, had ik mijn medewerking moeten verlenen aan een kankertest. De afgelopen vijf jaar heb ik hier vaak aan mee moeten werken omdat de kans dat het terug komt, groot is. De uitslag zou bekend worden op de tweede dag van de vakantie. Er bestond dus een kans dat ik eenzelfde uitslag kreeg en wéér met spoed geopereerd zou moeten worden en wéér in Thailand. Maar de arts had een andere mededeling: alle cellen zijn verdwenen. De uitslag was beter dan ik had durven hopen, ik werd zelfs ontslagen uit het ziekenhuis. Ik ben niet langer verbonden aan het ziekenhuis. De cirkel is rond! Uit blijdschap gingen we in het hotel-restaurant eten op de 23e verdieping. Terwijl Nederland zich opmaakte voor de meeste sneeuw die er in de afgelopen jaren is gevallen, aten Rachid en ik op een zwoele avond buiten met een kostelijk uitzicht op een Aziatische wereldstad.

De volgende dag vlogen we naar Phuket, waar we een busje naar Kata namen. Het was de eerste keer sinds mijn vrijwilligerswerk dat ik terug was aan de kusten van Phuket. Een klein drama. Tuurlijk was ik blij dat alles weer opgebouwd was, maar moet dat dan meteen in de Thaise Sodom en Gomorrastijl? Niet alleen Patong lijkt op Pattaya, maar ook alle steden daarnaast kenmerken zich door overbevolking en respectloosheid. Van de Thaise cultuur is bar weinig over, alsof de kusten Phuket na de tsunami over zijn genomen door Westerlingen. Ook Kata benauwde ons. We vroegen een taxichauffeur om ons naar iets rustigers te brengen. Dat werd Yanui Beach, een serie bungalows met een prachtig strand. Hier zouden we wel even onze jetlag uitzitten. En die hakte erin! ’s Avonds helemaal kapot, ’s nachts klaarwakker, ’s ochtends gebroken. Bij Rachid had de jetlag een geheel andere uitwerking. Van de meeste simpele vragen en opmerkingen maakte hij ter plekke een carnavalskraker; zoals “Hier met mijn kokosnoot” (op de melodie van My Boy Lollipop) en “Heb jij mijn bruine zwembroek gezien?”. De eerste dagen carnavalde hij er lustig op los, helaas succesvol, want de gemiddelde carnavalshit van Rachid bleef dagen hangen. Ook zijn gevoel voor richting liet het geregeld afweten. Een aantal keer dacht hij een kortere route naar de bungalow te weten om vervolgens op een doodlopend stuk uit te komen, luidkeels bewerend dat ze hier 'ineens allemaal planten hebben neergezet'.

Een van de eerste dingen die we op Phuket deden was een scooter huren (voor een huurprijs van maar liefst drie euro per dag!) en naar Bang Tao, een van de twee plaatsen waar ik gewerkt heb na de tsunami. Zoals verwacht was dit ook heel toeristisch geworden. Het was de enige plaats op Phuket waar ironisch genoeg nog steeds sporen zichtbaar waren van de tsunami. Een restaurant trok onze aandacht, we gingen er eten. Het bleek het restaurant van Nok te zijn, een van de eerste ondernemers wiens restaurantje na de tsunami weer was opgebouwd en waar de vrijwilligers vijf jaar geleden vaak gebruik van maakten. Ze was getrouwd met een Canadees die er na de tsunami ook als vrijwilliger aan de slag was gegaan. Het ging haar enorm goed af. Op de terugweg van Bang Tao maakten we een stop in Kata Beach, waar Maartje en Astrid een nachtje verbleven. Dat werd uiteraard uitgebreid gevierd met een heerlijk Thais diner. Met z'n vieren verbaasden we ons over een zin in het Thaise zinnenboekje; weet u wat "Wat een mooi skipak heb je" in het Thais is? Wij nu wel.

Na Yanui Beach namen we onze intrek in een prachtige junglebungalow in Nai Harn Beach, een dorpje aan een doodlopende weg. Relaxter kan haast niet. Daar bleek dat de reispech zich verplaatst had naar Rachid. Tijdens het snorkelen haalde hij zijn voet aan de onderkant behoorlijk open, waar hij de rest van de reis last van zou hebben. De dagen erna vermaakten we ons weer op verlaten eilanden, speelde Rachid geregeld mee met Thaise bandjes en haalden we vele kilometers uit ons kleine scootertje (liefdevol Ferrari genoemd). Een middag bezochten we de Big Buddha Phuket, waar ik door een traditionele monnik gezegend werd. Op de terugweg kwamen we een olifanten trekking kamp tegen. Op dat moment was ik toevallig bezig in een boek over Thaise olifanten van de straat. De olifanten zagen er neerslachtig en vermoeid uit. Ze stonden er dag en nacht aan een ketting van nog geen halve meter, zo triest. Voor twee euro mocht je met hen op de foto. De olifant deed plichtmatig al zijn kunstjes. Hartverwarmend, maar tegelijk hartverscheurend. We lieten ons voorlichten over de lichamelijke toestand van de olifanten en ze beweerden dat dat daar heel goed geregeld was. We lieten ons verleiden tot een ritje op een olifant, ondanks dat mijn boek me daarvoor waarschuwde. Binnen nog geen minuut hadden we daar al enorme spijt van. Het arme beest had zichtbaar veel moeite met de afdaling en mocht niets eten van zijn mahout, die op haar hoofd zat. Als hij dat wel deed, werd er gedreigd met een gemene haak met een enge punt. Die mahout was een van de weinige Thaise engerds die ik heb ontmoet, bah. Op een gegeven moment wilde het dier van de begroeiing langs de weg eten wat niet gewaardeerd werd door zijn mahout. Olifanten eten per dag 200 kilo bladeren, dus kun je je voorstellen dat ze regelmatig moeten eten. De olifant bleef eten en het onvermijdelijke gebeurde. Hij pakte zijn haak en haalde met die punt keihard uit op het voorhoofd van het arme dier. Tot bloedens toe. Vele littekens waren zichtbaar van eerdere keren en dat terwijl het voorhoofd van een olifant het meest kwetsbare punt is. Alsof het niet erger kon, bleek hij ook nog eens zwaar corrupt. Vlak voor het einde van de rit parkeerde hij zijn olifant achter een bosje, draaide zich om en liet een armbandje zien. Op een samenzweerderig fluistertoontje probeerde hij dat armbandje te verkopen voor veertien euro. En of het niet ironischer kon, was het armbandje ook nog eens van ivoor! Ik kon die mahout wel wat aan doen en dan bij voorkeur met zijn eigen haak. “Nee. En breng ons nu meteen terug.” Zichtbaar geïrriteerd vroeg hij dan maar om een fooi. NEE! Wat een schandalig zooitje. Arme olifanten. Hoe kan het zijn dat zulke belangrijke dieren, die ook nog eens een nationaal symbool zijn, zo behandeld kunnen worden? Buddha, koning, doe er eens wat aan!

Het boek wat ik las was van een stoere Nederlandse meid, genaamd Antoinette van de Water. Zij raakte een aantal jaar geleden zo onder de indruk van de leefomstandigheden van Thaise olifanten, dat ze een protestmars organiseerde met twee vrijgekochte mishandelde olifanten. Ze werden ondergebracht in het Elephant Nature Park, een groot stuk land in Noord Thailand waar olifanten van hun rust kunnen genieten. Er bestond een mogelijkheid om daar vrijwilligerswerk te doen. Drie keer heb ik met haar stichting ‘Bring the Elephant Home’ op een Thaise beurs gestaan en kon het erg goed vinden met haar vrijwilligers en haar ouders. Die hadden me aangeraden om daar eens heen te gaan. Dat leek ons na deze slechte ervaring wel wat en ik stuurde Antoinette een mailtje. Daarna checkte ik de website, waar ik tot mijn schrik zag dat een overnachting in een eenvoudig onderkomen in combinatie met vrijwilligerswerk maar liefst 140 euro kostte! Onbetaalbaar voor een Thai. Voor 140 euro kun je in Noord Thailand een paar nachten in een luxueus hotel verblijven. En dan zonder poep te hoeven scheppen. Laat maar dus. Het stak ons dat ook dit op een teleurstelling uit liep en hoe er massaal geld verdiend wordt aan deze bijzondere dieren. Van Antoinette heb ik nooit meer wat gehoord.

Na Phuket vertrokken we dus niet naar Noord Thailand, maar per bus naar Krabi waar een oude bekende werkte. Op Ko Phi Phi werkte ik samen met Tanu, de toenmalige manager van de Rimna Villa Bungalows. Tegenwoordig werkt hij in een restaurant en op een makelaarskantoor, overigens zeven dagen per week, bijna twaalf uur per dag (!). Tanu was enorm blij met het bezoek en hij regelde niet alleen een prachtige bungalow aan het strand voor ons, maar ook een dagje erop uit. Hij nam er speciaal een middagje vrij voor. Hij liet ons de omgeving zien, waarna we naar een berg vertrokken om een wandeling te maken. Dat viel niet mee. Vier kilometer bergopwaarts met een kapotte voet viel ook niet mee. Vlak voor vertrek dook er ineens een kale Duitser in een geel shirt op. Waar hij vandaan kwam, weet ik niet. Met zijn zware Duitse accent gaf hij aan dat hij zin had in de wandeling. Bij het bordje 'nog 2800 meter bergopwaarts te gaan', raakte het gele shirtje uit beeld. Hij verdween net zo snel als hij opdook. We hebben hem nooit meer gezien.

De Pine-bungalows werden gerund door een familie die het niet erg op had met de nieuwe Nederlandse bewoners. Dat kwam waarschijnlijk door de eerste dag. Rachid had naar goed Thais gebruik zijn schoenen uitgetrokken bij het restaurant en die stonden er na een strandwandeling niet meer. Rachid maakte duidelijk dat diefstal niet getolereerd wordt en dat iedereen mee moest zoeken naar zijn schoenen. Een aantal personeelsleden begon meteen met zoeken. De vraag “Weet je zeker dat ze niet op het strand staan?” werd beantwoord met een zelfverzekerd: “Nee, ze zijn gewoon gejat”. Na een paar minuutjes zag ik een minder vrolijke manager lopen met naast hem een vrolijk pratende Rachid; in zijn handen zijn mooie witte sportschoentjes. Ik kon hem nog net horen zeggen dat hij het zo raar vond dat *iemand* zijn schoenen had verplaatst. Daarna was het personeel veel minder aardig tegen ons. Zijn schoenen heeft hij niet meer verloren; noch haalde *iemand* ze weg.

Na Krabi vervolgden we onze reis naar Khao Lak, samen met Ko Phi Phi het zwaarst getroffen gedeelte van Thailand. Vijf jaar geleden was ik er ook al een keer geweest, het liet een diepe indruk achter. Van de resorts was niets meer over. Van het Marriott stond bijvoorbeeld alleen nog het stenen naambord overeind (omdat dat haaks op de golven heeft gestaan), zelfs de funderingen van het enorme resort waren weggevaagd. Vanaf de weg kon je uitkijken over de zee; nu was dat heel anders. Tussen de weg en de zee stonden weer bomen en planten, maar vooral gigantische splinternieuwe resorts. Het leek wel alsof een aantal makelaars die ene noodlottige kerstdag in hun handen wreven en plannen maakten hoe de stad er uit moest komen te zien. Walgelijk volgebouwd. Het leven speelt zich tegenwoordig niet af langs de kust maar langs de hoofdweg, een kilometer of wat landinwaarts. Voor een artikel wilde ik op onderzoek uit naar onder andere het tsunamimuseum, verschillende tsunamimonumenten en Ban Nam Khem. Ban Nam Khem is het vissersdorpje wat de bijnaam tsunamivillage heeft gekregen. Meer dan de helft van de bevolking kwam hier om. Volgens ooggetuigen waren de golven hier veertien meter hoog. Onderweg naar Ban Nam Khem was nog wel goed te zien dat hier niet lang geleden een enorme ramp heeft afgespeeld; kapotte huizen, dode bomen en een militair schip op 2,5 kilometer afstand van de zee.

Ook in Ban Nam Khem was nog een hoop te zien van de tsunami. Tussen sommige nieuwe huizen stonden nog ruines en in de vissershaven stak er halve longtailboot uit het zand. De stille maar naargeestige getuigen. Het strand is prachtig maar totaal verlaten en dat zal altijd zo blijven. De reden dat sommige kustgebieden harder getroffen werden dan andere, ligt aan de steilheid van de kust. Als de kust steil is, is de verwoesting direct aan de kust enorm. Bij Ban nam Khem loopt de kust geleidelijk af waardoor de tsunami veel aan kracht kon verzamelen en uitgroeide tot een brute massamoordenaar. Bij een volgende tsunami gebeurt dat weer, waardoor Ban Nam Khem nooit zal uitgroeien tot toeristentrekker. De inkomsten komen tegenwoordig weer van vissen en de bezoekers aan de tsunamimonumenten. We zagen die dag (twee dagen voor de herdenking) slechts twee andere bezoekers. We spraken een kioskmedewerkster die zes mensen in een familie is kwijt geraakt, waaronder haar zoontje. Wat zeg je als iemand een foto van een vrolijk Thais jongetje van een jaar of acht pakt en die kust, terwijl ze vertelt dat hij nooit meer is gevonden? Ondanks dat kregen we een prachtige glimlach en gaf ze ons in een half uur een wijze les in kracht en moed.

In Ban Nam Khem gebeurde ook iets geks. Rachid grapt (?) wel vaker dat hij heilig is. Ik noemde hem naar de Zonnekoning Ra, omdat hij deze reis wel heel vaak op het strand wilde liggen en zonnen. Maar heilig? Tijdens een bezoek aan een van de tien (na de tsunami gebouwde) kerken in Ban Nam Khem, gebeurde er iets vreemds. Ik maakte een foto in een lege kerk, alleen Rachid zat er. Na de foto gemaakt te hebben, keek ik op het schermpje of de foto mooi geworden was. Tot mijn grote schrik was alleen Rachid ‘verlicht’. Ik maakte nog een foto om te kijken of het niet aan het licht in de kerk lag. Maar op de tweede foto was de hele kerk door de flits verlicht, zoals je bij een dergelijke foto verwacht. Het is een heel uitzonderlijke foto geworden. Er was ook nog een andere rare foto met een soort aureool boven zijn hoofd, maar dat was nog enigszins te verklaren; achter Rachid hing namelijk een rond logo. Ik plaats de foto’s onder dit stuk, oordeelt u zelf.

De twee weken die we erop hadden zitten, stonden vooral in het teken van relaxen. Er waren dagen dat we vooral genoten van al het goede wat Thailand te bieden heeft, natuur, cultuur, interessante mensen en lekker eten. Maar ook de lage prijzen gaven ons de ultieme vrijheid. Wat we een paar keer deden, is een longtailkapitein aanspreken en een zacht prijsje maken. En dan… de hele dag met je eigen boot met kapitein naar verschillende eilanden varen en daar snorkelen, dobbelen, op ontdekkingstocht of eten. Bij thuiskomst nog even een Tigerbeer aan het strand drinken bij de ondergaande zon, het leven kan zo verrukkelijk zijn. Het dobbelen ging Rachid trouwens slecht af; de score aan het einde van de reis was iets van 30-2. Is Rachid toch niet overal goed in… De mooiste avond was in Nayan Beach. Nayan ligt in een grote baai op Phuket met vele restaurants. We kozen het meest ongezellig TL-verlichte restaurantje met zoveel mogelijk Thaise mensen, omdat het eten daar het lekkerst moet zijn. Ik vroeg Rachid of hij mij vertrouwde met de menukaart. Ik bestelde een white snapper voor twee. Terwijl hij even weg was, plaatste ik met het personeel het tafeltje in de branding, ver weg van alle drukte. De kokkin kwam op een gegeven moment polshoogte nemen. Ze vroeg hoe ik de vis het liefst bereid wilde hebben. Mijn antwoord: “zoals u zou maken voor uzelf en uw familie”. Tip! Wat een goddelijke maaltijd was dat. De vis was gegrild en bedekt met verse groenten en kruiden met een licht pittige sojasaus. Leuk was dat menig Farang vol afgunst naar ons mooie plekje in de branding keek. Na het eten dronken we een kokoscocktail bij een (eindelijk) goeie live band, wilden we twee kreeften uit een keuken bevrijden en vrijlaten, namen we een kruisverhoor af bij iemand die in Southpark woonde ("bestaat Cartman echt?" ) en sloten de dag af met een nachtelijke duik.

De kerstdagen wilden we met ‘bekenden’ vieren, dus gingen we naar Bang Tao waar we in het restaurant van Nok en Jo onze eerste kerstdag vierden. We vonden onderdak in het Best Western, het hotel waar ik vijf jaar geleden ook zat. Iets boven ons budget en tevens niet echt leuk door de honderden kerstgasten, maar –zoals altijd- we maakten er het beste van. Het zwembad bleek wel uitermate geschikt voor individueel synchroon zwemmen, zo ondervond Rachid. Menig hotelgast zal hem nog immer op het netvlies hebben.

Het was kerst 2009, (2552 in Thailand) de kerst waarop het vijf jaar geleden was. Ondanks dat iedereen die we spraken, vertelde dat Boeddhisten en Moslims niet herdenken, waren er toch een aantal ceremonies georganiseerd. Ik moest een keuze maken waar ik de ceremonie wilde meemaken. Dat was niet makkelijk. Ko Phi Phi viel wel meteen af. Het schijnt weer even toeristisch -zo niet nóg toeristischer- te zijn dan voor de tsunami. Ze leren het nooit. Bleven over: Patong Beach en Khao Lak. Oftewel, een Westerse herdenking of een Thaise. Normaal gesproken zou ik voor een Thaise kiezen, ware het niet dat ik had besloten er een artikel over wilde schrijven en mogelijk verkopen aan Nederlandse media. Dus dan kun je beter naar een Westerse ceremonie gaan en proberen Nederlandse bezoekers aan het woord te laten. Toch? (zeg maar ja, want inmiddels heb ik best wel spijt niet voor Khao Lak gekozen te hebben). Er was een ochtend- en een avondceremonie. ’s Ochtends, omdat de ramp in Thailand zich tussen negen en elf uur ’s ochtends afspeelde. Er waren een paar honderd mensen, waarvan een aantal verdwaalde ramptoeristen (of slachtoffers met een extreem slecht gevoel voor etiketten?). Slechts gehuld in een zwembroekje met heuptasje, stonden er verschillende zongebruinde midlifecrisisbezitters foto’s te maken van rouwende Thaise schonen. Aan het strand, een paar meter verder lagen mensen zonder enig benul van wat er zich achter hen afspeelde op hun gemakje een boekje te lezen. De hele ceremonie was vrij emotieloos en vol wensen dat de toeristen vooral moesten blijven komen. Phuket heeft zich in een wurggreep geworsteld door zichzelf volledig afhankelijk van toeristen te maken, dus erg verwonderlijk is dat niet. De ceremonie zou vergezeld worden door een gezamenlijk gebed met Boeddhistische, Islamitische en Christelijke gebeden. Daar keek ik nog het meest naar uit, maar helaas werd dat onderdeel zonder reden geschrapt. Het waren twee ceremonies die volledig in het teken stonden van Boeddhisme met 23 monniken. Dat een deel daarvan pas halverwege aankwam en tijdens de ceremonie tussen de andere monniken moesten inschuiven, maakte het publiek niets uit. Monniken hebben een hoge status in Thailand. Hun gebed was heel indrukwekkend.

Tussen de ceremonies door gingen we weer naar Bang Tao, omdat Rachid een aantal dingen moest regelen. Gebleken was dat hij zijn bankpasje in het pinautomaat had laten zitten en nu zonder zat. Zo bestond ons reisje toch nog uit Nederlandse noodnummers bellen, al was een kort telefoontje dit keer genoeg. ’s Avonds was er weer een ceremonie. Deze was een stuk levendiger dan de ochtendceremonie. Er waren hoogwaardigheidsbekleders, optredens van een Thais kinderkoor en speeches. Dit keer was het een korte ceremonie, volledig in het Engels. Toen de plechtigheid voorbij was, liepen alle aanwezigen naar het strand, waar ons iets moois te wachten stond. Ik had al een aantal keer geluksballonnen opgelaten zien worden en verwachtte dat dat nu ook zou gebeuren. Maar dat viel tegen. Bij aankomst op het strand zetten de ballonverkopers het voortdurend op een rennen. De brandweer had besloten dat er geen ballonnen opgelaten gingen worden. Een heel verschil met Khao Lak waar die avond vele duizenden ballonnen de lucht in gingen. Maar de brandweer kon gelukkig niet weerhouden dat er alsnog een flink aantal opstegen. Ook eentje van ons. Wat ook een prachtig gezicht was, waren de honderden kuilen in het zand waar de Thai kaarsjes in hadden gezet. Daarna was het afgelopen. In stilte reden we terug naar Bang Tao, waar we de tweede kerstdag gingen vieren. We kozen een Italiaans restaurantje uit (tja, ik wil ‘kaas met kerst’). Het was inmiddels onze derde kerstdag omdat in Thailand de 24e december ook als kerstdag gevierd wordt. Tweede kerstdag betekent voor de Thai vooral tsunami. In het restaurant werden we geholpen door een assertieve travestiet. Ze had het helemaal gehad met de tsunami en wilde er niet over praten. Nooit meer eigenlijk. Eigenlijk vierde ze het einde van 26 december nog heftiger dan 31 december. Ze had het er zichtbaar helemaal mee gehad, haar non-verbale communicatie nam dat laatste stukje twijfel echt wel weg. Nooit meer. Maar, nu we het er toch over hadden, ze was op Ko Phi Phi toen de ramp gebeurde. Haar vriend maakte het niet lang daarna uit. En daar zat ze nog het meest mee. Weet je wat hij allemaal gezegd had? Haar wraak zou zoet zijn en dan wel met een veel jongere scharrel. Haar moeder knikte bevestigend. Het alternatieve kerstdiner eindigde met een groep Thai achter een Thaise reportage over de tsunami. De beelden en interviews werden door de aanwezige ladyboys voor ons Farang vertaald. We zagen beelden van ‘onze’ ceremonie en de indrukwekkende aanwezigheid van duizenden (!) monniken bij de ceremonie in Khao Lak. Voor de laatste keer namen we onze intrek in Bob’s Café, oftewel twee hangstoelen op het strand met een cocktail onder de Thaise sterrenhemel. En niet te vergeten het geluid van de golven en Rachids gitaarspel... De dag erna moesten we alweer terug naar Bangkok, waar ik mijn laatste uurtjes Thailand doorbracht in een internetcafé waar ik mijn artikel schreef, wat uiteraard door geen enkele krant werd opgepikt. Het verslag van de ceremonies kunt u teruglezen in de vorige blog.

Teruggaan naar Thailand werd een droom vanaf het moment dat ik het land vijf jaar geleden verliet. Het land maakte op meerdere vlakken zoveel indruk op me dat ik een puntje op mijn To Do In This Life List zette; terug naar Thailand en een documentaire maken. Samen met Boris Claassen, een net afgestudeerde filmmaker en tevens kennis, werkte ik bijna twee jaar aan een professionele treatment voor een documentaire. We kregen vele complimenten over onze treatment terug, zelfs van de groten van Nederland, maar slechts nul op het rekest. Geen geld, geen subsidie was het antwoord. Nu ben ik terug geweest en heb mijn eigen ogen gezien hoe Thailand er aan toe is vijf jaar na de ramp. Ik laat de documentaire dan ook voor wat ‘ie is. Het is me duidelijk geworden dat deze ramp, de op zes rampen na grootste ramp sinds de jaartelling, op mij een veel grotere indruk heeft gemaakt dan op de gemiddelde Westerling. De cirkel is rond; ik was er vlak na de tsunami, ik was er vijf jaar na dato. Het is voorbij. Dat ik toevallig in Thailand hoorde dat, waar ik destijds in Thailand achterkwam en mijn leven redde, mij nu niet meer kan nekken, reden was om de cirkel voorgoed als rond te zien. U begrijpt, zo’n belangrijke zin heeft meerdere bijzinnen nodig. De cirkel is rond. Het is tijd de tsunami achter me te laten. Gek.

Het was nog geen twee weken nadat ik me dat beseft had of de aardbeving in Haïti vond plaats. Een sms’je van Rachid veranderde een hele hoop. Hij schreef dat hij al twee nachten slecht had geslapen en dat hij wat moest doen. Ik stuurde hem meteen een uitgebreid plan terug met als strekking ‘we gaan helpen, net als in Thailand’. Hij stuurde terug: “is goed”. En het plan was gemaakt. Het eerste wat ik deed was de naam verzinnen, Stichting Help Ons Haïti Helpen, en de domeinnaam vastleggen. Vervolgens lieten we door een notaris de statuten opstellen, schreven we ons in bij de Kamer van Koophandel en openden we een bankrekening. Binnen de kortste keren stonden mensen in de rij om ons te helpen. Cor van Drukkerij Argus, zakenrelatie van Rachid, bood aan om onze website te maken en ook van de notaris kregen we een fikse korting. We konden niet meer terug. Om met de woorden van onze website te spreken:

Haakje openen: Dinsdag 12 januari werd Haïti getroffen door een verwoestende aardbeving. Vol afgrijzen moeten we in Nederland toezien hoe het land door wanhoop en ellende getroffen wordt. We willen allemaal wat doen, maar Giro 555 heeft na de tsunami in Azië een nare smaak achter gelaten. Een dag na de aardbeving ontstond het plan om een gezond en eigenwijs alternatief voor giro 555 te bieden. Het doel? Zo min mogelijk kosten en zoveel mogelijk hulp. Wij, Rachid en Eveline zijn van plan om zoveel mogelijk geld in te zamelen en af te reizen naar Haïti om te helpen. Eveline deed dat eerder al na een grote ramp; zes weken na de tsunami reisde ze af naar Thailand en hielp er wekenlang met puinruimen en schoonmaken. Het geld wat overbleef werd ter plekke aan de slachtoffers gegeven. Ondertussen hield Eveline een weblog bij om het thuisfront en de donateurs op de hoogte te stellen van wat er met hun geld gebeurde. En dat is precies wat we nu weer gaan doen, zodra de situatie daar het toelaat. Wij doneren mankracht! Doneert u geld, dan kunt u op ons blog lezen wat voor werk we doen, waar uw geld wordt uitgegeven en hoe de situatie ervoor staat door de ogen van twee hardwerkende Rotterdammers. Help Ons Haïti Helpen! Haakje sluiten.

Vrijdag 5 februari was onze benefietavond in muziekcafé Spot the Loony op Zuid. Een hele bijzondere, omdat hij begon met een evacuatie door de brandweer en eindigde met een dierbare in de ambulance omgeven door menig politiewagen. Gelukkig kwam alles weer goed en bleek de avond een succes. Er was een veiling van schilderijen, een loterij, een illusionist, een band, een DJ en dat allemaal begeleid door de lekkere Marokkaanse hapjes van de zussen van Rachid. De avond werd gepresenteerd door Roel Pot, een prof uit de koker van RTV Rijnmond. We haalden 1300 euro op, te besteden aan een weeshuis, school of vereniging in Haïti.

We gaven de donateurs de keuze waaraan zij wilden dat hun geld besteed zou worden. De poll had deze uitslag:
Puinruimen 10%
Weeskinderen helpen 12,5%
Administratief werk 0%
Hand- en spandiensten in een opvangkamp 2,5%
Wat ons daar het meest belangrijk lijkt 52,5%
Maakt me niets uit 5%
Anders 17,5%

Bij de laatste keuze ‘Anders’ kon de bezoeker aangeven wat hij/zij dan wilde dat we dan gaan doen. Er stonden een aantal serieuze aanbevelingen tussen, die niet veel scheelden van de eerste paar opties. Maar ook was er iemand die vroeg of we een bounty voor hem kochten en iemand die voorstelde om gewoon ‘pils te drinken’. Meer blogs, ook van Rachid, kunt u lezen op http://www.helponshaitihelpen.nl.

De benefietavond was voor mij persoonlijk een dubbele strijd. De strijd om geld in te zamelen voor de slachtoffers van de aardbeving, maar ook de strijd tegen het verdriet. Twee dagen voor de benefiet overleed mijn lieve omaatje Marieke, de moeder van mijn vader. De vrijdag ervoor werd ik ’s ochtends door mijn vader gebeld, exact hetzelfde als niet lang daarvoor toen mijn moeder me op vrijdagmorgen belde. Het bericht was hetzelfde, het gaat niet goed met oma. Slechts vier maanden zaten er tussen. Hoeveel rouw kan een mens hebben? Om mijn omaatje geen minderwaardige alinea te geven tussen vakantie en goede doelen, zal ik in de volgende blog over haar vertellen zoals ik over oma Betsy deed. Kan ik meteen het verhaal vertellen van mijn opa die op deportatie naar Duitsland bij Zwolle uit de trein sprong en twee weken lang ’s nachts naar Rotterdam terugliep om bij zijn meisje te zijn. Een knap blond meisje dat je niet alleen wil laten in een stad vol Duitsers. Dat knappe blonde meisje heeft de leeftijd van 89 bereikt. Rust zacht, lieve oma. Kus oma Betsy van mij!

Foto's van de reis naar Thailand zijn te vinden op http://evwcreations.hyves.nl/album/46746817/Thailand_december_2009/SHgOPk_U/ .

  • 03 Maart 2010 - 21:49

    Karin:

    jeetje meid wat een stuk weer zeg!!! ik heb het helemaal kunnen lezen hoor hi hi.
    maar wel een flink stuk, die olifanten rijders moeten ze zelf een met zo'n haak bewerken.
    en bij de laatste alinia van je oma's moest ik ff slikken.
    ik denk aan je meid, en lees graag je volgende blog weer. dikke kus.

  • 03 Maart 2010 - 21:52

    Karin:

    PS: waar zijn de foto's dan? kan ze niet vinden.

  • 04 Maart 2010 - 10:23

    Mike:

    Wat een verslag Evelien...
    In 1 woord adembenemend( en ik heb het helemaal uitgelezen hihi)

  • 04 Maart 2010 - 10:29

    Eva:

    jeetje eef wat een verhaal weer en sterkte de komende tijd met je vader en gecondoleeerd met je omaaa

    xx eeefje

  • 20 Juli 2010 - 19:31

    Henk:

    hey

  • 12 Januari 2011 - 10:25

    Ra:

    lijkt zo lang geleden...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Thailand, Bangkok

Turbulentie, weblog van Eveline van Wanrooij

Mijn naam is Eveline van Wanrooij en dit is sinds januari 2005 mijn weblog. Ik vertrok destijds naar Thailand waar ik hulp wilde bieden aan de slachtoffers van de tsunami. Omdat ik het thuisfront niet lastig wilde vallen met emails waar ze misschien niet op zaten te wachten, besloot ik een weblog aan te maken zodat ze zelf konden kiezen om mijn verhalen te lezen. Terwijl ik aan het helpen was met puinruimen, kwam ik erachter dat ik zelf met spoed hulp nodig had vanwege een (potentieel) ernstige ziekte. Ik werd in Thailand meteen geopereerd en vloog na drie maanden inmiddels weer kerngezond en voldaan terug naar Nederland. Na gezien en bijna ervaren te hebben grillig het leven is, besloot ik alleen nog maar leuke banen aan te nemen, leuke dingen te doen en met leuke mensen om te gaan. Ook maakte ik een enorm ambitieuze lijst met alles wat ik nog in dit leven wil doen, To Do in this Life, ook wel "De Lijst" genoemd. Het eerste wat ik van De Lijst deed was "een eigen boek uitgeven". En omdat ik de smaak te pakken had, gaf ik er nog een paar uit. Op dit weblog houd ik bij hoe mijn missie De Lijst af te werken verloopt.

Op deze blog kunt u ook op de hoogte blijven van een nieuwe zeer spannende wedstrijd om een droombaan. Samen met vriend Rachid dingen we mee om een droombaan: internationaal ambassadeur van Goede Doelen. Elke stem telt: http://www.internationaalambassadeur.nl/RachidenEveline

Met Rotterdamse groet,

EvW
http://www.evw.nu
e@evw.nu

Meer foto's via http://evwcreations.hyves.nl/fotos/


Boeken:

- Taai (2005)
- Twaalf reizen, dertien ongelukken (2009)
- Ticket to Trouble (2008 )
- Turbulentie 2005 (Blogposts)
- Turbulentie 2006 (Blogposts)
- Turbulentie 2007 (Blogposts)
- Turbulentie 2008 (Blogposts)
- Turbulentie 2009 (Blogposts)


Meer informatie, fotografie en kunst:
http://www.lulu.com/evw
Http://www.evw.nu




.....................................

Recente Reisverslagen:

25 Januari 2011

...via het paradijs

23 December 2010

Van ramp tot ramp...

22 September 2010

De echte Rotterdammer (t)

30 Juli 2010

Drie kaartjes minder

23 April 2010

Elk nadeel hep zijn voordeel
Eveline

Mijn naam is Eveline van Wanrooij en dit is sinds januari 2005 mijn weblog. Ik vertrok destijds naar Thailand waar ik hulp wilde bieden aan de slachtoffers van de tsunami. Omdat ik het thuisfront niet lastig wilde vallen met emails waar ze misschien niet op zaten te wachten, besloot ik een weblog aan te maken zodat ze zelf konden kiezen om mijn verhalen te lezen. Terwijl ik aan het helpen was met puinruimen, kwam ik erachter dat ik zelf met spoed hulp nodig had vanwege een (potentieel) ernstige ziekte. Ik werd in Thailand meteen geopereerd en vloog na drie maanden inmiddels weer kerngezond en voldaan terug naar Nederland. Na gezien en bijna ervaren te hebben grillig het leven is, besloot ik alleen nog maar leuke banen aan te nemen, leuke dingen te doen en met leuke mensen om te gaan. Ook maakte ik een enorm ambitieuze lijst met alles wat ik nog in dit leven wil doen, ook wel "De Lijst" genoemd. Het eerste wat ik van De Lijst deed was "een eigen boek uitgeven". En omdat ik de smaak te pakken had, gaf ik er nog een paar uit. Op dit weblog houd ik bij hoe mijn missie De Lijst af te werken verloopt. Met Rotterdamse groet, EvW http://www.evw.nu e@evw.nu Boeken: - Taai (2005) - Twaalf reizen, dertien ongelukken (2007) - Ticket to Trouble (2008 ) - Turbulentie 2005 (Blogposts) - Turbulentie 2006 (Blogposts) - Turbulentie 2007 (Blogposts) Meer informatie, fotografie en kunst: http://www.lulu.com/evw Http://www.evw.nu .....................................

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 483
Totaal aantal bezoekers 224372

Voorgaande reizen:

06 December 2009 - 28 December 2009

Turbulentie, weblog van Eveline van Wanrooij

Landen bezocht: