Van ramp tot ramp...
Door: EvW
Blijf op de hoogte en volg Eveline
23 December 2010 | Dominicaanse Republiek, Sosúa
Na de prachtige begrafenis van mijn vader, moesten mijn zusje en ik als enige overgebleven familieleden de grafsteen uitzoeken. Enigszins bevreesd voor de resultaten, namen we plaats. We hebben doorgaans een tegenovergestelde mening over dingen, dit kon een lange middag worden. De grafsteenverkoper pakte het voorbeeldboek en liet wat voorbeelden zien. Bij een van de eerste stenen die we zagen klonk het uitzonderlijk in koor: “Die!” Vol verbazing keken we elkaar aan. We hadden op zijn minst dezelfde steen uitgekozen. Tijdens onze rondtocht door de showroom, vroeg de man hoe het monument er verder uit moest komen te zien. In de showroom lagen een aantal display graven tentoongesteld. En weer wezen Silvesters dochters in dezelfde richting. De tekst, de kleur, het lettertype, de foto, we waren het over alles, maar dan ook echt alles, eens. Een uniek moment voor het bedrijf, maar ook voor onze familie (wij twee dus). Waarschijnlijk keek onze vader toe met een luid: Hèhè. De man vertelde dat hij nog nooit zo prettig had samengewerkt met naasten. Zijn verhalen over vechtende familieleden waren dan ook talrijk.
Na drie maanden werd de steen gelegd. De kleur was prachtig en schitterde in de herfstzon. Tegen mijn vaders’ wens in hadden we geen witte steen genomen, maar een donkergroene uit India. De favoriete kleur van mijn vader was British Racing Green, de donkergroene kleur van de Britse racewagens. Overigens, Italiaanse racewagens rijden in rood, Duitse in wit en Franse in blauw, geleerd van mijn vader op zijn eigen begrafenis! Zijn kist had hij zelfs in die kleur laten spuiten. We namen de kleur die daar het meeste op leek, emerald. Toevallig was zijn favoriete liedje op het moment van overlijden “A Night Like This” van Caro Emerald. En dat toeval was een aftrap voor een reeks toevalligheden die plaatsvonden vlak na zijn dood. Nu ben ik een vrij nuchtere Rotterdamse en zal ik niet snel overtuigd zijn door spookverhalen, maar er kwamen wel rare dingen voor. Zijn beste vriendin zat kort na zijn dood te skypen, toen ineens haar computer crashte en een email opende in haar beeldscherm. Die email was van mijn vader, zijn laatste email aan haar. Dit gebeurde niet lang nadat er een zelfde MG (zijn oldtimer) naast haar auto stond, in de kleur British Racing Green. Bij mijn zusje knipperen de lampen ineens en ga zo maar door. Normaal zou ik dit wat eng vinden, maar nu het mijn vader betreft, vind ik het ineens niet erg. Het geeft zelfs een vreemd soort veilig gevoel. Elke keer als ik A Night Like This hoor, geef ik een knipoog de lucht in. Groetjes terug, pap.
Rachid, altijd al een held in het verrassen van mensen, had een mooi kado om de ellendige tijd even te doen vergeten. Hij raadpleegde daarvoor een aantal mensen die vervolgens ook helemaal niets tegen me zeiden. Menigeen weet wat voor Lijst ik heb, mijn belangrijke Things To Do in This Life Lijst. Hij koos een ‘thing’ uit en ging vervolgens wekenlang geheimzinnig tegen me doen, evenals mijn familie en vrienden. Zelfs de dochtertjes van Inn Ling wisten het, maar lieten geen woord los, behalve dan dat zíj het wel wisten en Tante Eef mooi niet. Op een zwoele woensdagavond in juli was het zover. Rachid pikte me op in Hellevoetsluis, waar ik met mijn zusje mijn vaders huis aan het opruimen was. We reden naar een ongezellig industrieterrein in Ridderkerk. Dat kon maar een ding betekenen, en inderdaad... We gingen een luchtballonvaart maken! Weer kon ik mijn kind-gaat-op-schoolreisje-enthousiasme niet onderdrukken. Het weer was er perfect voor; heerlijk warm, beetje heiig, weinig wind en een wolkenpartij waar menig Hollandse Meester speciaal voor was gaan zitten.
Op een veldje ergens in een vinexwijk, waren we het middelpunt van nieuwsgierige buurtbewoners. Toen de ballon vol liep en de mensen langzaamaan in het mandje stapten, kwam er een andere ballonvaartmaatschappij aangescheurd, eentje met rode ballonnen. Onze kapitein gaf ze een handje en maakte een kletspraatje. We wisten niet dat dit de beruchte concurrent was en dat onze kapitein een toneelspelletje aan het spelen was. We waren nog niet opgestegen of we kregen een bloemlezing over wat voor goede keuze we hadden gemaakt en hoe slecht dat andere bedrijf met de rode ballonnen is. Eigenlijk had ik alleen maar oog voor alle steeds kleiner wordende mensjes, koetjes en huisjes. Helaas zat ik met een weinig verlegen iemand in die ballon die ongetwijfeld keihard gaat reageren hieronder, dus laat ik hem vooral voor zijn. Tijdens het opstijgen was ik e-nigs-zins licht angstig, een klein beetje maar. Dat ik de mand ietwat steviger vasthield, duurde maar heel even; ik heb vooral genoten. We zweefden boven Alblasserdam, wat ook 1000 meter erboven vrij burgerlijk overkwam. (huis, auto, tuin met barbecueënde mensen en alles binnen handbereik van koeien). Wat een ervaring! Heel even blies de wind ons naar Rotterdam toe, waar net de zon achter de skyline begon te zakken. Het weer was nog steeds perfect. Net voor de zonsondergang gingen we landen. Dat deden we in een onbekend weiland. De hele avond waren er ook twee jeeps meegereden, die een noodkrat bier bij zich hadden. Boeren kunnen het doorgaans niet echt waarderen dat er twee luchtballonnen in hun weiland landen. De koeien schijnen daar last van te hebben. Bij ons stonden de koeien echter gefascineerd toe te kijken hoe zoveel volwassenen in zulke kleine mandjes gepropt konden worden, terwijl zij zo’n enorm weiland tot hun beschikking hebben. Meestal is dat andersom…
Het landen was minder eng dan verwacht. Ik had verwacht dat we met de mand zouden omvallen (met alle neusjes op een rij in de Hollandse klei), maar dat viel mee. De boer was in geen velden of wegen te bekennen. Wel twee kleine boer’njongetjes die de boer wel van gezicht kenden. Ondertussen hielpen alle inzittenden met het opbergen van de ballon en de mand. Bij de jeeps aangekomen, had de organisatie nog een onderdeel in petto. Immers, zij waren echt op alle vlakken beter dan hun concurrent met de rode ballonnen. We werden gedoopt tot luchtbaron en luchtbarones! Daarvoor kregen we eerst wat takjes op ons hoofd meegenomen uit het weiland waar we geland waren. Daarna werd er champagne overheen gegooid en een foto gemaakt. Ook kregen we een officiële oorkonde. Het was echt een topavond, letterlijk het hoogtepunt van het jaar. Waarschijnlijk ook voor de boer’njongetjes, want die mochten ook een glaasje champagne, de nodige stoere kinderpraatjes tot gevolg.
Slechts anderhalf nachtje later, was het tijd om naar Haïti te gaan. In de aanloop naar Haïti toe hadden we een hoop geld ingezameld. We hadden een benefietavond, een geïnteresseerde school en wat andere losse donaties. Het geld kwam van alle kanten. Een aantal donaties kunnen niet aan mijn blog ontsnappen, zoals het verhaal van een grote bank. Op een netwerkborrel op de SS Rotterdam ontmoette ik de marketingmanager van die bank. Hij was geïnteresseerd in wat ik deed en vol verve (anders gaat ook echt niet!) vertelde ik dat ik stadsgids ben. Niet veel later kreeg ik een telefoontje van hem dat ze een nieuwe directeur van buiten Rotterdam hadden. Of ik misschien met hem een fietstocht van drie uur door Rotterdam wilde maken. Ze hadden helaas geen budget beschikbaar, maar, zo zei hij overtuigend, dat zou helemaal goed komen wanneer ze hun bedrijfsuitjes gingen organiseren. Ik accepteerde en een datum werd geprikt. De directeur had er ondanks de slagregens en windkracht zes, veel zin in. Hij kende Rotterdam totaal niet en werd hier nu directeur. Hij had allemaal Rotterdamnieuws uitgeprint waar hij langs wilde en meer informatie over wilde. Pittig tochtje. Paraplu’s werkten niet bij dit weer en dus waren de deftige man en ik binnen vijf minuten tot op het onderbroekje doorweekt. Na drie zeiknatte maar geslaagde uren, sloten we af in een cafeetje in de Oude Haven. Daar vertelde ik hem over Haïti en de stichting die ik met Rachid had opgericht. Dat vond hij wel wat en beloofde me uit naam van de bank een donatie te doen als dank voor de gratis kwaliteitstour. Naar mijn idee een mooie oplossing, zo hadden de Haïtianen er ook nog wat aan. Of ik even wat gegevens wilde e-mailen naar diezelfde marketing manager. Dat deed ik meteen. Het zou binnen tien werkdagen op de bank staan en anders moest ik even mailen. Na drie weken hadden we nog niks binnen. Hij zou de opdracht opnieuw geven en nu moest het binnen vijf werkdagen bijgeschreven zijn. Er begon een wekenlange e-mailwisseling, waarin het vooral ging om: “Is de donatie al binnen? Sorry hoor”. Waarna ik op mijn beurt steevast “nee” moest antwoorden. Het kostte al zoveel tijd, dat ik stiekem toch wel benieuwd begon te worden naar de hoogte van de veelbesproken donatie. We kregen wel duizend excuses, maar helaas iets minder euro’s. Een dag voor vertrek stond het eindelijk op de rekening. Mag ik de lezer erop wijzen dat we op het moment van schrijven in een ernstige financiële crisis leven, mede mogelijk gemaakt door graaiende bankiers. In het kader ‘alle beetjes helpen’ dank ik deze multinational voor de vijftig euro. Ik heb nooit meer wat van ze gehoord.
De meest succesvolle maar vooral hartverwarmende initiatieven kwam van Rotterdamse scholen. Een van onze allereerste donaties was van een school die met de verkoop van koekjes 25 euro had opgehaald. Een andere school, de Openbare Dalton Basisschool Pierre Bayle nam ook contact op. De kinderen hadden maar liefst € 225,- ingezameld na het veilen van hun eigen tekeningen. Ze hadden unaniem besloten om het geld aan ons te doneren. Een mooie beleving was het toespreken van die 150 Crooswijkse schoolkindertjes. Op een koude maandagmiddag kwamen we aan in een overvolle aula met gespannen, doch trotse kindergezichtjes. René Bos, de directeur stelde ons voor: “Dit zijn Rachid en Eveline uit Rotterdam”. Een ondeugend en plat Rotterdams jongensstemmetje achterin de zaal riep: “Ja duh-hu, dat zien we tochhhh”. Het kostte even wat moeite niet voortdurend in lachen uit te barsten. Na een kort verhaal over wat we precies daar gingen doen en waarom, mochten de kinderen hun vragen stellen. De eerste vraag was van een aantal giechelende meisjes: “Bennu getrouwd?” De meeste vragen gingen over Haïti zelf, over hoe lang we daar zouden verblijven en over hoe we zouden gaan reizen. Na zes vragen te hebben beantwoord over Rachids afkomst (Bennu Marokkaan?), waren er ook zeer pientere vragen. De mooiste vond ik die van een verlegen 7-jarig jongetje: “Als we hier in Nederland een aardbeving krijgen, komen de kinderen uit Haïti dan hier om ons te helpen?”
In de aula ontstond een spontaan idee; we nemen tekeningen van deze kinderen mee naar Jacmel. Andersom zouden we dan tekeningen van de kinderen uit Jacmel mee terug naar Nederland nemen. Verbanden leggen, dat gingen we ook doen. We zaten vol goede ideeën en mooie plannen, twee idealisten op hun fanatiekst, Duo Penotti op hun best. Natuurlijk zaten we ook vol onzekerheden en angsten, maar de drang om na alle ellende naar Haïti te gaan en te helpen was groter dan alle andere emoties. Vrijdag 9 juli 2010 was de dag dat we voor dag en dauw werden opgehaald door Massood alias de pineut. Massood, een goeie vriend van Rachid bracht ons naar Brussel. Vandaar vlogen we met Jetair naar de Dominicaanse Republiek, de goedkoopste oplossing om in Haïti te komen. Twee havenbedrijven (van Gijs Linterman en Mathijs van Schaijk) sponsorden onze vlucht. Voor we het wisten zaten we in de Dominicaanse Republiek.
-
24 Januari 2011 - 15:43
Rachid:
Wederom een knap staaltje van schrijfkunst, hier en daar gecombineerd met doordringende emoties! Kus, Ra
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley